De jaren tachtig zijn een haast
onuitputtelijke bron van pulp en B-horrorfilms. Voor de liefhebber
van dit soort film valt er steeds weer iets nieuws te ontdekken en
keer op keer te genieten van films vol houterig acteerwerk,
aandoenlijk gedateerde special-effects, rammelende scripts, rubberen
monsters en natuurlijk vele liters nepbloed. Dat deze films nogal
variëren in kwaliteit zal geen verrassing zijn. Soms tref je “per
ongeluk” een productie die eigenlijk best wel goed is, en waar het
talent van de filmmaker vanaf te zien is. Maar dit soort pareltjes
zijn zeldzaam. Veel vaker stuit je op films die misschien een
handjevol aardige scènes hebben, maar voor de rest vooral onbedoeld
op de lachspieren werken.
Graveyard Disturbance (Una notte al
cimitero) is zo'n film.
In Graveyard Disturbance volgen we een
groepje jongeren, die na een winkeldiefstal de politie proberen te
ontvluchten. Ze verdwalen met een busje en komen uiteindelijk in een
lugubere herberg bij een kerkhof terecht. De uitbater vertelt hen
over een oude weddenschap: wie een nacht in de ondergrondse crypte
kan doorbrengen wint een schat vol geld, goud en juwelen. De crypte
zou echter bevolkt zijn met allerlei verschrikkingen uit de hel... De
stoerste jongen van het stel gaat de weddenschap aan en daalt af in
de crypte, en zijn vrienden volgen hem al snel. Natuurlijk duurt het
niet lang voordat ze oog in oog komen te staan met allerlei monsters.
De regisseur is Lamberto Bava, zoon van
de met een stuk meer talent behepte Mario Bava. Niet dat Lamberto
geen goede films maakte – zijn Dèmoni is een prima film- maar de
echte klassiekers komen op naam van pa Bava.
Graveyard Disturbance werd gemaakt als
onderdeel van een televisieserie bestaande uit vier griezelfilms die
Bava voor een Italiaanse zender maakte. Geen van deze films komt op
IMDb uit op een cijfer boven de 5,5.
Graveyard Disturbance is vreselijk
cheesy. De griezelige uitbater van de herberg, voorzien van een
knipperend rood lampje achter zijn contactlens, heeft overacteren tot
een kunst verheven en barst na elke zin uit in een hysterisch
lachsalvo. In het decor treffen we een met de tanden klapperende
schedel, een overuren draaiende rookmachine en de complete voorraad
ratten, spinnen en wormen van de plaatselijke dierenwinkel aan.
Tegen deze achtergronden dirigeert Bava
zijn hoofdrolspelers van de ene bizarre scène naar de andere,
hierbij niet gehinderd door enige plotvastheid of logica. Zo probeert
niemand gewoon weg te rennen voor de zombies, die nochtans maar erg
traag vooruit schuifelen. Maar aan de andere kant: echt nodig is dit
ook weer niet: de zombies en demonen die onze helden tegen het lijf
lopen blaffen wel maar bijten niet. Opvallend genoeg blijft de film
dus grotendeels gespeend van bloedvergieten. Dit gebrek aan spanning
en sensatie probeert Bava te compenseren door zijn pogingen met een
paar halfslachtige twists ons op het verkeerde been te zetten. Deze
slaan echter dood voor ze goed en wel begonnen zijn.
Toch heeft Graveyard Disturbance zo
zijn charmes. De film ademt een nostalgische gothic-horrorsfeer uit,
met zijn mistige landschappen, retro griezels en ongegeneerd
eenvoudige verhaallijn. Ook is de film regelmatig prettig gestoord.
Met als maf hoogtepunt een dinerscène waarin een familie van demonen
een maaltijd naar binnen werkt bestaande uit ondefinieerbaar vlees,
wormstekige appels en dode spinnen, alles rijkelijk voorzien van een
heerlijk madensausje. Grappigste aan deze scène is dat de familie,
waaronder een matriarch met een hoofd vol ogen, banger blijkt te zijn
voor de jongeren dan zij voor hen: als ze de jongeren ontwaren, gaan
ze niet achter hen aan, maar vluchten ze snel hun doodskist in. Tegen
zulke demonen durf ik het ook nog wel op te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten